In de wachtkamer van de fysiotherapeut nam ik vanmiddag plaats tegenover een man die in een rolstoel zat. Hij hield in zijn hand een sjaal vast. Eerst tuurde de man recht vooruit. Ik vroeg hem of hij zat te wachten op de fysiotherapeut. Er kwam een soort oerkreet uit zijn mond. Hij kon niet spreken. Ik bood hem aan om te helpen als hij met de lift naar beneden moest gaan. Weer een oerkreet. Niet veel later kwam een vrouw hem halen. Na wat gehannes met de rits van zijn jas nam het stel de lift.

Intussen riep de fysiotherapeut mij naar binnen. Wij groetten elkaar. “Mijn nek doet weer enorm pijn”, liet ik hem weten. “Het is niet te harden de pijn straalt uit naar mijn rug.” Al snel masseerde hij mijn nek en voelde het euvel van harde strakke spieren. Oeps echt heftig. Op de massagetafel deed hij het tweewekelijks ritueel om mijn nek van links naar rechts en dergelijke op een kundige wijze te behandelen zodat alles weer goed op zijn plaats kwam. Overigens dit wil niet zeggen dat de pijn zomaar verdwenen is.

Na afloop liep ik de trap af. Beneden zat een vrouw in haar rolstoel te wachten. Ik zag dat zij met de hulp van een verpleegkundige naar beneden gebracht werd met de lift voordat ik aan de beurt was bij de fysiotherapeut. “Zit u hier nu nog te wachten”, vroeg ik haar. Op een zeer vriendelijke wijze vertelde zij dat het busje van de firma ‘Noot’ op zich liet wachten. “Het kan soms letterlijk uren duren voordat ik opgehaald word en soms zelfs helemaal niet.” Ik bood haar aan met mijn auto naar huis te brengen. Maar helaas zij kan niet meer lopen en opstaan en is dus afhankelijk van de vervoerder. Nadat ik haar sterkte wenste bleef de vrouw alleen achter in de gang.


© Willem Croese


Ontdek meer van Willems Webstek

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.